Vegetarische Surinaamse loempia’s

Bereidingswijze

Ingrediënten voor circa 20 stuks:

Vulling:

• 700 gram kousenband, in stukjes gesneden (dit kan schuins afgesneden worden of in “blokjes”
• 500 gram tauge
• 4 aardappelen in kleine blokjes gesneden en gefrituurd
• 1 ui fijngesnipperd
• 2 teentjes knoflook fijn gesneden
• half theelepeltje zwarte peper
• 2 groentebouillonblokjes fijn gekruimeld
• zout naar smaak (en eventueel peper naar smaak)
• 4 eetlepels zonnebloemolie

Loempiavellen:

• 500 gram patentbloem
• 500 ml melk
• 3 eetlepels maizena
• 5 eetlepels zonnebloemolie
• 1 theelepel zout
• halve theelepel witte peper
• 250 ml water

Het “lijm” of plaksel om de loempia’s dicht te vouwen

• 2 eetlepels zelfrijzend bakmeel
• 10 eetlepels water

Voor een lekker pittig sausje meng je de volgende ingrediënten met elkaar:

• 10 eetlepels ketchup
• 2 teentjes knoflook uit de pers
• half fijngestampte Surinaams pepertje

De vulling maak ik altijd een dag van te voren en nadat deze afgekoeld is doe ik de kom in de koelkast. Dit scheelt weer tijd, want met de vellen was ik zelf 1 uur bezig en ik gebruikte ook nog 2 pannetjes.

Allereerst begin je met de vulling zodat deze kan afkoelen.

Doe de olie in een grote (wok) pan. Fruit hierin het uitje en de knoflook glazig. Doe de stukjes kousenband hierbij en bak dit goed aan. Doe de witte peper en de fijngemaakte bouillonblokjes er meteen bij en bak de kousenband  in circa 5 minuten gaar. De kousenband mag nog best knapperig zijn. Voeg nu de aardappelblokjes en de taugé toe. Voeg zout naar smaakt toe en zodra de taugé een beetje zacht is (na circa 5 minuten) mag het vuur uit.

Nu kun je beginnen met de loempiavellen. Allereerst maak je het beslag, het moet net een pannenkoekbeslagje worden. Dit doe je door alle ingredienten met elkaar de mengen.   Je zal zien dat het beslag er “klonterig”uit ziet maar dit komt goed, omdat je het beslag straks nog door een zeef haalt. Met een garde blijf je goed kloppen, doe nu ook het zout erbij. Probeer de meeste klontje eruit te kloppen, lukt dit niet, geen nood.

Pak nu een andere grote kom en een (grote) zeef en haal het beslag voorzichtig door de zeef. Roer met je garde in de zeef en druk de klontjes weg. Je zal zien dat je straks geen klontjes meer ziet, al het beslag loopt nu door de zeef. Hou je nog klontjes over, gooi deze dan weg. Je beslag moet echt “klontvrij”zijn om straks strakke loempiavellen te krijgen.

Je houdt nu een mooi beslagje over. Het klinkt raar, maar ik gebruik verder geen olie of boter om de vellen te bakken. Doe 1 druppel olie in de koekenpan met anti aanbaklaag en wrijf dit met een stukje keukenpapier over de bodem van de pan. Verder gebruik je geen olie of boter meer.

Met een soeplepel schep je een dun laagje, denk aan een dunne pannenkoek, in de koekenpan. Zorg ervoor dat de hele bodem bedekt is met het beslag. Iedere kant hoeft echt maar 15-20 seconden te bakken op een zacht vuurtje. Het velletje laat vanzelf los, dan weet je dat je deze kunt omdraaien. Vervolgens herhaal je dit proces met de rest van het beslag.

Merk je dat je velletje blijft plakken, probeer het dan weer met een druppeltje zonnebloemolie goed te krijgen.

Maak nu de “lijm” klaar door een papje te maken van de 2 ingrediënten.

Leg op een groot plat bord een loempia vel en leg hier een beetje van de vulling op. Vouw eerst de onderkant over de vulling en vervolgens de beide zijkanten. Nu rol je dit op. Op het bovenste stukje breng je een beetje van de lijm aan om zo het “envelopje” goed dicht te krijgen.

De loempia’s vries ik zelf per 10 stuks in en zijn prima circa 3 maanden in de vriezer te bewaren. Het mooiste is als je de loempia’s half ontdooid bakt in zonnebloemolie. Ze hoeven echt maar even gebakken te worden. Het velletjes is immers dun en de vulling is al gaar. Zodra de loempia’s lichtbruin van kleur zijn, haal je ze uit de pan. Even laten uitlekken op een keukenpapiertje en klaar zijn de lekkerste loempia’s!

Heerlijk met de pittige saus!

Surinaamse loempia