Ik ben dol op de Surinaamse pindasaus. Een heerlijke pittige pindasaus vol van smaak. In Nederland wordt de pindasaus ook vaak satésaus genoemd en ik ben me er eens in gaan verdiepen wat het verschil is. Want heel eerlijk, de ene keer noem ik het zelf ook pindasaus en de andere keer satésaus. Tijd voor een klein onderzoekje dus. Wat blijkt ; Oorspronkelijk komt de satésaus uit Indonesië. Pindasaus is een saus op basis van pinda's en met satésaus worden alle sauzen voor bij de saté bedoeld. In Nederland zijn pindasaus en saté onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom zijn we pindasaus voor het gemak satésaus gaan noemen. Dit is dan ook weer helder ;-) Hierbij dus mijn recept van een simpele maar heerlijke satésaus.
Ingrediënten:
Fruit in een beetje olie de ui, knoflook, peper of sambal en gember even aan.
Doe het vuur nu op z'n laagst en doe hier de pindakaas bij, samen met alle overige ingrediënten behalve de kokosmelk.
Zorg dat je de pindakaas niet laat koken, anders kan het geheel gaan schiften. Schiften is een proces waarbij het vet van de andere producten gaat scheiden. Om de pindasaus uit de schift te krijgen kun je het met een staafmixer glad staven of wat koude melk erdoor roeren, dit zal het weer binden.
Verdun de saus met de kokosmelk. Voeg circa 250 ml toe voor een mooie saus.
Blijf constant roeren terwijl de saus op matig vuur warmt. Als de saus te dik wordt dan kan je wat extra kokosmelk toevoegen.
De pindasaus kun je een paar dagen in de koelkast bewaren anders is invriezen een goede optie.